Informatie over het woord trappen (Nederlands → Esperanto: pedali)

Synoniem: peddelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtrɑpə(n)/
Afbrekingtrap·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) trap(ik) trapte
(jij) trapt(jij) trapte
(hij) trapt(hij) trapte
(wij) trappen(wij) trapten
(jullie) trappen(jullie) trapten
(gij) trapt(gij) traptet
(zij) trappen(zij) trapten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) trappe(dat ik) trapte
(dat jij) trappe(dat jij) trapte
(dat hij) trappe(dat hij) trapte
(dat wij) trappen(dat wij) trapten
(dat jullie) trappen(dat jullie) trapten
(dat gij) trappet(dat gij) traptet
(dat zij) trappen(dat zij) trapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
traptrapt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
trappend, trappende(hebben) getrapt

Vertalingen

Engelspedal
Esperantopedali
Portugeespedalar
Westerlauwers Friestraapje