Informatie over het woord ĝenerala

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Afbrekingĝe·ne·ral·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefĝeneralaĝeneralaj
Accusatiefĝeneralanĝeneralajn

Vertalingen

Afrikaansalgemeen
Catalaansgeneral
Deensalmindelig; generel
Duitsallgemein; generell; umfassend; Allgemein‐; Gesamt‐; Haupt‐; General‐
Engelsbroad; general; usual; widespread; prevalent; rife
Faeröersalmennur
Finsyleinen
Fransgénéral
Hongaarsáltalános
Italiaansgenerale
Jamaicaans Creoolsjinaral
Latijncatholicus
Nederduitsalgemeen; algemeyn
Nederlandsalgemeen; generaal
Papiamentsgeneral
Portugeesgenérico; geral; universal
Roemeensgeneral
Russischвсеобщий
Saterfriesalgemeen
Spaansgeneral
Tagalogpanlahát
Thaisสากล
Tsjechischcelkový; obecný; povšechný; všeobecný
Westerlauwers Friesalgemien; mien
Zweedsallmän