Informatie over het woord build (Engels → Esperanto: konstrukcii)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɪld/
Afbrekingbuild
Shaw‐alfabet𐑚𐑦𐑤𐑛
Deseret‐alfabet𐐺𐐮𐑊𐐼

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) build(I) built
(thou) buildest(thou) builtst, builtest
(he) builds, buildeth(he) built
(we) build(we) built
(you) build(you) built
(they) build(they) built
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) build (I) built
(thou) build(thou) built
(he) build(he) built
(we) build(we) built
(you) build(you) built
(they) build(they) built
Gebiedende wijs
build
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
buildingbuilt

Vertalingen

Duitskonstruieren; entwerfen
Esperantokonstrukcii
Nederduitskonstrueren
Nederlandsconstrueren; ontwerpen