Informo pri la vorto opruimen (nederlanda → esperanto: ordigi)

Sinonimoj: beredderen, opredderen, redderen, regelen, ruimen, schikken, terechtbrengen, sorteren

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔprœy̯mə(n)/
Dividoop·rui·men

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) ruim op(ik) ruimde op
(jij) ruimt op(jij) ruimde op
(hij) ruimt op(hij) ruimde op
(wij) ruimen op(wij) ruimden op
(jullie) ruimen op(jullie) ruimden op
(gij) ruimt op(gij) ruimdet op
(zij) ruimen op(zij) ruimden op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opruime(dat ik) opruimde
(dat jij) opruime(dat jij) opruimde
(dat hij) opruime(dat hij) opruimde
(dat wij) opruimen(dat wij) opruimden
(dat jullie) opruimen(dat jullie) opruimden
(dat gij) opruimet(dat gij) opruimdet
(dat zij) opruimen(dat zij) opruimden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
ruim opruimt op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opruimend, opruimende(hebben) opgeruimd

Uzekzemploj

Toen nuttigde hij een smakelijk klein ontbijt in de keuken alvorens de eetkamer op te ruimen.

Tradukoj

anglatidy; clean up
danaindrette; rede; rydde op
esperantoordigi; ordi
feroaskipa fyri; stíla fyri
francaordonner; ranger; régler
hispanaarreglar
islandainnrétta
norvegainnrede
polaporządkować
portugalaarranjar; arrumar; ordenar
rumanaaranja; ordona
svedainreda