Information about the word voorvallen (Dutch → Esperanto: okazi)

Synonyms: aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, gevallen, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, zich afspelen, zich voordoen, zich voltrekken, zich toedragen, vóórkomen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvorvɑlə(n)/
Hyphenationvoor·val·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) val voor(ik) viel voor
(jij) valt voor(jij) viel voor
(hij) valt voor(hij) viel voor
(wij) vallen voor(wij) vielen voor
(jullie) vallen voor(jullie) vielen voor
(gij) valt voor(gij) vielt voor
(zij) vallen voor(zij) vielen voor
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) voorvalle(dat ik) voorviele
(dat jij) voorvalle(dat jij) voorviele
(dat hij) voorvalle(dat hij) voorviele
(dat wij) voorvallen(dat wij) voorvielen
(dat jullie) voorvallen(dat jullie) voorvielen
(dat gij) voorvallet(dat gij) voorvielet
(dat zij) voorvallen(dat zij) voorvielen
Participles
Present participlePast participle
voorvallend, voorvallende(zijn) voorgevallen

Usage samples

De bewakers bleken verdwenen te zijn, direct nadat het ongeluk met die eerste kist was voorgevallen.
Dit alles viel voor in de derde week van Barees leven.
Wat is er verder nog tijdens mijn afwezigheid voorgevallen?

Translations

Afrikaansgebeur; val; plaasvind; vóórkom; afspeel; optree
Catalanocórrer; tenir lloc
Danishforekomme; ske
Englishhappen; occur
English (Old English)becuman; weorþan
Esperantookazi
Faeroesehenda seg; verða hildin
Finnishtapahtua
Frencharriver; avoir lieu; intervenir
Germangeschehen; passieren; sich ereignen; stattfinden; vorkommen; auftreten; erfolgen; fallen; spielen
Hungariantörténik
Italianaccadere; arrivare; succedere
Jamaican Patoisapm
Latinaccidere
Low Germanvöärkummen; geböären
Malayterjadi
Papiamentoakontesé; sosodé; pasa
Polishwydarzyć się; zdarzyć się
Portugueseacontecer; suceder; ter lugar
Romanianse întâmpla
Russianбытовать
Saterland Frisiangeböäre; passierje
Spanishacontecer; ocurrir; realizarse; tener lugar
Srananpasa; psa
Swedishhända; inträffa; passera
Thaiเกิด; เกิดขึ้น
West Frisianfoarfalle; plakfine; barre; gebeure