Informatie over het woord gans (Nederlands → Esperanto: ansero)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣɑns/
Afbrekinggans
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudganzen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
gansjegansjes

Voorbeelden van gebruik

Een pinguïn drijft ook niet als een eend of een gans op het water maar zwemt als een vis erin.
De jongen volgde hem met zijn gans en de zeven gezellen.

Vertalingen

Afrikaansgans
Catalaansoca
Deensgås
DuitsGans
Engelsgoose
Engels (Oudengels)gos
Esperantoansero
Faeröersgás
Finshanhi
Fransoie
Grieksχήνα
Hongaarsliba
IJslandsgæs
Italiaansoca
Latijnanser
Nederduitsganse
Noorsgås
Papiamentsgans
Portugeesganso; otário; pateta
Russischгусь
SaterfriesGäise
Schotsguiss
Spaansánsar; ganso; oca
Sranangansi
Tagaloggansâ
Thaisห่าน
Tsjechischhusa
Turkskaz
Welsgŵydd
Westerlauwers Friesgoes
Zweedsgås