Information about the word aanlaten (Dutch → Esperanto: ne estingi)

Synonym: laten branden

Part of speechverb
Pronunciation/ˈanlatə(n)/
Hyphenationaan·la·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) laat aan(ik) liet aan
(jij) laat aan(jij) liet aan
(hij) laat aan(hij) liet aan
(wij) laten aan(wij) lieten aan
(jullie) laten aan(jullie) lieten aan
(gij) laat aan(gij) liet aan
(zij) laten aan(zij) lieten aan
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) aanlate(dat ik) aanliete
(dat jij) aanlate(dat jij) aanliete
(dat hij) aanlate(dat hij) aanliete
(dat wij) aanlaten(dat wij) aanlieten
(dat jullie) aanlaten(dat jullie) aanlieten
(dat gij) aanlatet(dat gij) aanlietet
(dat zij) aanlaten(dat zij) aanlieten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
laat aanlaat aan
Participles
Present participlePast participle
aanlatend, aanlatende(hebben) aangelaten

Translations

Englishkeep burning; keep lit
Esperantone estingi