Informatie over het woord strain (Engels → Esperanto: streĉi)

Synoniemen: stretch, rack, stress, tense

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/stɹeɪ̯n/
Afbrekingstrain
Shaw‐alfabet𐑕𐑑𐑮𐑱𐑯
Deseret‐alfabet𐑅𐐻𐑉𐐩𐑌

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) strain(I) strained
(thou) strainest(thou) strainedst
(he) strains, straineth(he) strained
(we) strain(we) strained
(you) strain(you) strained
(they) strain(they) strained
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) strain (I) strained
(thou) strain(thou) strained
(he) strain(he) strained
(we) strain(we) strained
(you) strain(you) strained
(they) strain(they) strained
Gebiedende wijs
strain
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
strainingstrained

Vertalingen

Catalaansestirar
Deenstrække op
Duitsanspannen
Esperantostreĉi
Faeröersspenna; toyggja
Finsjännittää
Fransbander; raidir; remonter; serrer; tendre
Italiaanscaricare
Nederlandsuitrekken; spannen
Poolsnapinać
Portugeesapertar; armar; dar corda; engatilhar; entesar; esticar; retesar
Saterfriesanhiesje; diene; räkke; sponne; sträkke; uutdiene; uuträkke
Spaansamartillar; atirantar; dar cuerda; tensar