Informatie over het woord neus (Nederlands → Esperanto: nazo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/nøs/
Afbrekingneus
Geslachtmanlijk
Meervoudneuzen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
neusjeneusjes

Voorbeelden van gebruik

Voor Dolf kon reageren, raakte de man hem vol op de neus.

Vertalingen

Afrikaansneus
Albaneeshundë
Catalaansnas
Deensnæse
DuitsNase
Engelsnose
Engels (Oudengels)nosu
Esperantonazo
Faeröersnøs
Finsnenä
Fransnez
Grieksμήτη
Hongaarsorr
IJslandsnef
Italiaansnaso
Jamaicaans Creoolsnuoz
Kabylischanzer
Latijnnaris; nasus
LuxemburgsNues
Maleishidung
Noorsnese
Papiamentsnanishi
Poolsnos
Portugeesnariz
Roemeensnas
Russischнос
SaterfriesNoose
Schots-Gaelischsròn
Spaansnariz
Sranannoso
Swahilipua
Tagalogilóng
Thaisจมูก
Tsjechischnos
Turksburun
Welstrwyn
Westerlauwers Friesnoas
Zweedsnäsa