Information about the word buur (Dutch → Esperanto: najbaro)

Synonyms: buurman, gebuur, nabuur

Part of speechcommon noun
Pronunciation/byːr/
Hyphenationbuur
Gendermasculine
Pluralburen

Usage samples

Ik heb de buren beloofd hun kat te eten te geven.
„Hoe komt hij aan al dat geld?” vroegen de buren aan elkaar.
Ik wist dat ik het zelfs ’s nachts niet uit het huis kon dragen zonder kans te lopen door de buren te worden gezien.

Translations

Afrikaansbuurman; buur
Albanianfqinjë
Catalanveí
Czechsoused
Danishnabo
Englishneighbour
Esperantonajbaro
Faeroesegranni
Finnishnaapuri
Frenchvoisin
GermanNachbar
Hungarianszomszéd
Icelandicgranni
Italianvicino
Jamaican Patoisnieba
Low Germanbüür; buur
Norwegiannabo
Papiamentobisiña
Polishsąsiad
Portuguesevizinho
Saterland FrisianNoaber
Scotsneebour
Spanishvecino
Srananbirman
Swedishgranne
Thaiเพื่อนบ้าน
Turkishkomşu
Welshcymdog; cymydog
West Frisianbuorman