Informatie over het woord supozi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingsu·poz·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdsupozas
Verleden tijdsupozis
Toekomende tijdsupozos
 
Voorwaardelijke wijs
supozus
 
Gebiedende wijs
supozu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdsupozantasupozata
Verleden tijdsupozintasupozita
Toekomende tijdsupozontasupozota

Voorbeelden van gebruik

Ili estis parolintaj dum ĉirkaŭ dek minutoj, kiam Michel supozis, ke li aŭdas sonorilon.

Vertalingen

Catalaanssuposar
Deensantage; tro
Duitsvermuten; voraussetzen; annehmen; schätzen
Engelsassume; deem; guess; presume; suppose; surmise; think; take it
Faeröershalda
Finsolettaa
Franssupposer
IJslandshalda
Italiaanssupporre
Latijnputare
Nederduitsmeynen
Nederlandsaannemen; bevroeden; menen; onderstellen; stellen; uitgaan van; vermoeden; veronderstellen; oordelen; in de veronderstelling verkeren
Papiamentsideá
Poolsprzypuszczać
Portugeesadmitir; conjeturar; crer; fazer de conta; pensar; supor
Saterfriesfermoudje; foaruutsätte; gisje; ounnieme
Spaanssuponer
Tsjechischdomnívat se; předpokládat
Turkssanmak
Westerlauwers Friesergje; fermoedzje
Zweedsanta