Synoniemen: afzetten, amputeren
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) snij weg, snijd weg | (ik) sneed weg |
(jij) snijdt weg | (jij) sneed weg |
(hij) snijdt weg | (hij) sneed weg |
(wij) snijden weg | (wij) sneden weg |
(jullie) snijden weg | (jullie) sneden weg |
(gij) snijdt weg | (gij) sneedt weg |
(zij) snijden weg | (zij) sneden weg |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) wegsnijde | (dat ik) wegsnede |
(dat jij) wegsnijde | (dat jij) wegsnede |
(dat hij) wegsnijde | (dat hij) wegsnede |
(dat wij) wegsnijden | (dat wij) wegsneden |
(dat jullie) wegsnijden | (dat jullie) wegsneden |
(dat gij) wegsnijdet | (dat gij) wegsnedet |
(dat zij) wegsnijden | (dat zij) wegsneden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
snij weg, sijnd weg | sijndt weg |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
wegsnijdend, wegsnijdende | (hebben) weggesneden |