Informatie over het woord belazeren (Nederlands → Esperanto: mistifikaĉi)

Synoniemen: bedonderen, verneuken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈlazərə(n)/
Afbrekingbe·la·ze·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) belazer(ik) belazerde
(jij) belazert(jij) belazerde
(hij) belazert(hij) belazerde
(wij) belazeren(wij) belazerden
(jullie) belazeren(jullie) belazerden
(gij) belazert(gij) belazerdet
(zij) belazeren(zij) belazerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) belazere(dat ik) belazerde
(dat jij) belazere(dat jij) belazerde
(dat hij) belazere(dat hij) belazerde
(dat wij) belazeren(dat wij) belazerden
(dat jullie) belazeren(dat jullie) belazerden
(dat gij) belazeret(dat gij) belazerdet
(dat zij) belazeren(dat zij) belazerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
belazerbelazert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
belazerend, belazerende(hebben) belazerd

Vertalingen

Engelscheat; defraud; swindle
Esperantomistifikaĉi