Synoniem: mineren
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ɔndərˈmɛi̯nə(n)/ |
Afbreking | on·der·mij·nen |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) ondermijn | (ik) ondermijnde |
(jij) ondermijnt | (jij) ondermijnde |
(hij) ondermijnt | (hij) ondermijnde |
(wij) ondermijnen | (wij) ondermijnden |
(jullie) ondermijnen | (jullie) ondermijnden |
(gij) ondermijnt | (gij) ondermijndet |
(zij) ondermijnen | (zij) ondermijnden |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) ondermijne | (dat ik) ondermijnde |
(dat jij) ondermijne | (dat jij) ondermijnde |
(dat hij) ondermijne | (dat hij) ondermijnde |
(dat wij) ondermijnen | (dat wij) ondermijnden |
(dat jullie) ondermijnen | (dat jullie) ondermijnden |
(dat gij) ondermijnet | (dat gij) ondermijndet |
(dat zij) ondermijnen | (dat zij) ondermijnden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
ondermijn | ondermijnt |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
ondermijnend, ondermijnende | (hebben) ondermijnd |
Esperanto | mini |
---|