Informatie over het woord strijden (Nederlands → Esperanto: militi)

Synoniemen: krijg voeren, oorlog voeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstrɛi̯də(n)/
Afbrekingstrij·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) strijd(ik) streed
(jij) strijdt(jij) streed
(hij) strijdt(hij) streed
(wij) strijden(wij) streden
(jullie) strijden(jullie) streden
(gij) strijdt(gij) streedt
(zij) strijden(zij) streden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) strijde(dat ik) strede
(dat jij) strijde(dat jij) strede
(dat hij) strijde(dat hij) strede
(dat wij) strijden(dat wij) streden
(dat jullie) strijden(dat jullie) streden
(dat gij) strijdet(dat gij) stredet
(dat zij) strijden(dat zij) streden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
strijdstrijdt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
strijdend, strijdende(hebben) gestreden

Vertalingen

Catalaansguerrejar; militar
Duitskriegen; Krieg führen
Engelswage war; make war; war
Esperantomiliti
Fransguerroyer
Latijnbellare; bellari; belligerare
Portugeescombatar; fazer campanha; guerrear
SaterfriesKriech fiere
Spaansguerrar; militar
Welsrhyfela
Zweedskriga