Informatie over het woord moorden (Nederlands → Esperanto: masakri)

Synoniemen: afslachten, neerhouwen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmordə(n)/
Afbrekingmoor·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) moord(ik) moordde
(jij) moordt(jij) moordde
(hij) moordt(hij) moordde
(wij) moorden(wij) moordden
(jullie) moorden(jullie) moordden
(gij) moordt(gij) moorddet
(zij) moorden(zij) moordden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) moorde(dat ik) moordde
(dat jij) moorde(dat jij) moordde
(dat hij) moorde(dat hij) moordde
(dat wij) moorden(dat wij) moordden
(dat jullie) moorden(dat jullie) moordden
(dat gij) moordet(dat gij) moorddet
(dat zij) moorden(dat zij) moordden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
moordmoordt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
moordend, moordende(hebben) gemoord

Vertalingen

Duitsmassakrieren
Engelsmassacre
Esperantomasakri
Fransmassacrer
Portugeesmassacrar
Saterfriesmassakrierje