Informasie oor die woord sinĝena

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Afbrekingsin·ĝen·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefsinĝenasinĝenaj
Akkusatiefsinĝenansinĝenajn

Vertalinge

Deensforlegen; genert; sky
Duitsgenant; befangen; gehemmt; verlegen
Engelsabashed; embarrassed; self‐conscious; shy; bashful; coy
Faroëesblúgvur; smæðin
Italiaanstimido
Nederduitsverleagen
Nederlandsbedeesd; bevangen; blo; timide; verlegen
Noorsblyg; sjenert
Poolszażenowany
Portugeesacanhado; vergonhoso
Sweedsblyg; brydd; förlägen
Thaiอาย
Wes‐Friesferlegen
Yslandsfeiminn