Informatie over het woord hanteren (Nederlands → Esperanto: manipuli)

Synoniemen: manipuleren, omgaan met

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɦɑnˈterə(n)/
Afbrekinghan·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) hanteer(ik) hanteerde
(jij) hanteert(jij) hanteerde
(hij) hanteert(hij) hanteerde
(wij) hanteren(wij) hanteerden
(jullie) hanteren(jullie) hanteerden
(gij) hanteert(gij) hanteerdet
(zij) hanteren(zij) hanteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) hantere(dat ik) hanteerde
(dat jij) hantere(dat jij) hanteerde
(dat hij) hantere(dat hij) hanteerde
(dat wij) hanteren(dat wij) hanteerden
(dat jullie) hanteren(dat jullie) hanteerden
(dat gij) hanteret(dat gij) hanteerdet
(dat zij) hanteren(dat zij) hanteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hanteerhanteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
hanterend, hanterende(hebben) gehanteerd

Vertalingen

Catalaansmanipular
Duitshandhaben; manipulieren
Engelshandle; manipulate; wield
Esperantomanipuli
Fransmanier
Portugeesmanejar; manipular
Saterfrieshondhoawje; manipulierje
Spaansmanipular
Tsjechischmanipulovat; zacházet