Informatie over het woord krimpen (Nederlands → Esperanto: malŝveli)

Synoniemen: slinken, inzakken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkrɪmpə(n)/
Afbrekingkrim·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) krimp(ik) kromp
(jij) krimpt(jij) kromp
(hij) krimpt(hij) kromp
(wij) krimpen(wij) krompen
(jullie) krimpen(jullie) krompen
(gij) krimpt(gij) krompt
(zij) krimpen(zij) krompen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) krimpe(dat ik) krompe
(dat jij) krimpe(dat jij) krompe
(dat hij) krimpe(dat hij) krompe
(dat wij) krimpen(dat wij) krompen
(dat jullie) krimpen(dat jullie) krompen
(dat gij) krimpet(dat gij) krompet
(dat zij) krimpen(dat zij) krompen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
krimpkrimpt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
krimpend, krimpende(zijn) gekrompen

Vertalingen

Engelscollapse; deflate; flatten; reduce; subside
Esperantomalŝveli
Portugeesdesinchar
Westerlauwers Frieskrimpe