Informatie over het woord servi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingserv·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdservas
Verleden tijdservis
Toekomende tijdservos
 
Voorwaardelijke wijs
servus
 
Gebiedende wijs
servu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdservantaservata
Verleden tijdservintaservita
Toekomende tijdservontaservota

Vertalingen

Afrikaansdien; diens doen
Catalaansservir
Deenstjene
Duitsdienen; bedienen
Engelsserve; act; attend
Faeröerstæna
Finspalvella
Fransservir
Italiaansservire
Latijnanculare; ministrare; servire
Nederlandsbedienen; dienen; helpen; van dienst zijn
Papiamentssirbi
Poolssłużyć
Portugeesajudar; prestar serviço; servir
Roemeensservi
Saterfriesbetjoonje; tjoonje
Schotsser
Spaansprestar servicio; servir
Sranandini
Tsjechischposloužit; sloužit
Westerlauwers Friestsjinje; helpe