Informatie over het woord ontrollen (Nederlands → Esperanto: malvolvi)

Synoniemen: afwikkelen, uitrollen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔnˈtrɔlə(n)/
Afbrekingont·rol·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ontrol(ik) ontrolde
(jij) ontrolt(jij) ontrolde
(hij) ontrolt(hij) ontrolde
(wij) ontrollen(wij) ontrolden
(jullie) ontrollen(jullie) ontrolden
(gij) ontrolt(gij) ontroldet
(zij) ontrollen(zij) ontrolden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ontrolle(dat ik) ontrolde
(dat jij) ontrolle(dat jij) ontrolde
(dat hij) ontrolle(dat hij) ontrolde
(dat wij) ontrollen(dat wij) ontrolden
(dat jullie) ontrollen(dat jullie) ontrolden
(dat gij) ontrollet(dat gij) ontroldet
(dat zij) ontrollen(dat zij) ontrolden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ontrolontrolt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ontrollend, ontrollende(hebben) ontrold

Voorbeelden van gebruik

Hij bukte zich, ontrolde het papier en trok er een bos veters uit.

Vertalingen

Engelsunfold; unfurl; unroll
Esperantomalvolvi
Fransdévelopper; étendre; expliquer
Portugeesdesenovelar; desenrolar
Spaansdesenvolver
Westerlauwers Friesôfwuolje