Informatie over het woord play (Engels → Esperanto: prezenti)

Synoniemen: constitute, introduce, offer, perform, present, reenact, render, represent, tender, lodge, serve up

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pleɪ̯/
Afbrekingplay
Shaw‐alfabet𐑐𐑤𐑱
Deseret‐alfabet𐐹𐑊𐐩

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) play(I) played
(thou) playest(thou) playedst
(he) plays, playeth(he) played
(we) play(we) played
(you) play(you) played
(they) play(they) played
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) play (I) played
(thou) play(thou) played
(he) play(he) played
(we) play(we) played
(you) play(you) played
(they) play(they) played
Gebiedende wijs
play
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
playingplayed

Vertalingen

Afrikaansoptree
Catalaanspresentar
Deensforestille; præsentere; servere; udføre
Duitsaufführen; bieten; anbieten; darstellen; vorstellen; präsentieren; sich bieten
Esperantoprezenti
Faeröersbera fram; kunna; nevna; vísa
Finsesittää
Fransoffrir; présenter
IJslandskynna
Italiaanspresentare
Nederduitspresenteren; vöärstellen
Nederlandsspelen
Noorspresentere
Papiamentspresentá
Poolsprzedstawiać
Portugeesapresentar; oferecer
Roemeensintroduce; prezenta
Saterfriesanbjoode; apfiere; bjoode; deerstaale; foarstaale
Spaansrepresentar
Thaisถวาย; แนะนำ; ยื่น
Westerlauwers Friesoanbiede; ôfbyldzje; biede; bringe; dwaan
Zweedspresentera