Informatie over het woord uithongeren (Nederlands → Esperanto: malsategigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœy̯tɦɔŋərə(n)/
Afbrekinguit·hon·ge·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) honger uit(ik) hongerde uit
(jij) hongert uit(jij) hongerde uit
(hij) hongert uit(hij) hongerde uit
(wij) hongeren uit(wij) hongerden uit
(jullie) hongeren uit(jullie) hongerden uit
(gij) hongert uit(gij) hongerdet uit
(zij) hongeren uit(zij) hongerden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uithongere(dat ik) uithongerde
(dat jij) uithongere(dat jij) uithongerde
(dat hij) uithongere(dat hij) uithongerde
(dat wij) uithongeren(dat wij) uithongerden
(dat jullie) uithongeren(dat jullie) uithongerden
(dat gij) uithongeret(dat gij) uithongerdet
(dat zij) uithongeren(dat zij) uithongerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
honger uithongert uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uithongerend, uithongerende(hebben) uitgehongerd

Voorbeelden van gebruik

Ze willen het dorp uithongeren!
De Romeinen blokkeerden de haven van Carthago om de stad uit te hongeren.

Vertalingen

Engelsstarve
Esperantomalsategigi