Informatie over het woord eet (Afrikaans → Esperanto: manĝi)

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingeet

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
eet-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
etendegeëet

Voorbeelden van gebruik

Eet rustig.
Die buffel is nie ’n kieskeurige weier nie, en eet die meeste van die beskikbare gras.
Het jy geëet van die boom waarvan ek jou beveel het om nie te eet nie?

Vertalingen

Albaneesha
Catalaansmenjar
Deensæde; spise
Duitsessen; fressen; genießen; speisen
Engelseat
Engels (Oudengels)etan
Esperantomanĝi
Faeröerseta
Finssyödä
Fransdéjeuner; manger
Hawaiaanshoʻopiha; ʻai; ʻai iho
Hongaarseszik
IJslandséta
Italiaansmangiare
Jamaicaans Creoolsiit; nyam
Jiddischעסן; אַכלען
Kabylischecc
Latijnedere
Luxemburgsiessen
Maleismakan; memakan
Nederduitseaten
Nederlandsbikken; eten; vreten
Noorsspise; ete
Papiamentskome
Poolsjeść
Portugeescomer
Roemeensmânca
Russischесть; обедать; пообедать; съесть; кушать
Saterfriesfreete; genäite; iete; spiesje
Schotseat
Schots-Gaelischith
Spaanscomer
Sranannyan
Swahili‐la
Thaisกินอาหาร; รับประทาน; กิน; กินข้าว; ทาน; ทานข้าว
Tsjechischjíst
Turksyemek
Welsbwyta
Westerlauwers Friesite; frette
Zweedsspisa; äta