Informatie over het woord verontreinigen (Nederlands → Esperanto: malpurigi)

Synoniemen: bevlekken, bevuilen, bezoedelen, vuilmaken, besmeuren, contamineren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərɔntˈrɛi̯nəɣə(n)/
Afbrekingver·ont·rei·ni·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verontreinig(ik) verontreinigde
(jij) verontreinigt(jij) verontreinigde
(hij) verontreinigt(hij) verontreinigde
(wij) verontreinigen(wij) verontreinigden
(jullie) verontreinigen(jullie) verontreinigden
(gij) verontreinigt(gij) verontreinigdet
(zij) verontreinigen(zij) verontreinigden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verontreinige(dat ik) verontreinigde
(dat jij) verontreinige(dat jij) verontreinigde
(dat hij) verontreinige(dat hij) verontreinigde
(dat wij) verontreinigen(dat wij) verontreinigden
(dat jullie) verontreinigen(dat jullie) verontreinigden
(dat gij) verontreiniget(dat gij) verontreinigdet
(dat zij) verontreinigen(dat zij) verontreinigden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verontreinigverontreinigt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verontreinigend, verontreinigende(hebben) verontreinigd

Voorbeelden van gebruik

Het bassin is verontreinigd en moet gezuiverd worden.

Vertalingen

Deenstilsøle; snavse til
Duitsbeschmutzen; einschmutzen; sudeln
Engelspollute
Esperantomalpurigi
Franssalir; souiller
Italiaansinsudiciare; sporcare
Papiamentssusha
Saterfriesbegräime; beklaadje; bemudderje
Spaansemporcar; ensuciar; manchar
Zweedsförorena; nedsmutsa; orena; smutsa