Informatie over het woord afnemen (Nederlands → Esperanto: malpliiĝi)

Synoniemen: slinken, tanen, verflauwen, verminderen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfnemə(n)/
Afbrekingaf·ne·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) neemt af(hij) nam af
(zij) nemen af(zij) namen af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) afneme(dat hij) afname
(dat zij) afnemen(dat zij) afnamen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afnemend, afnemende(zijn) afgenomen

Voorbeelden van gebruik

Haiyan is inmiddels in kracht afgenomen, maar zal naar verwachting in Viëtnam nog wel tot zware regenval leiden.

Vertalingen

Engelsdecrease; diminish; dwindle
Esperantomalpliiĝi
Franss’abaisser; s’amoindrir
Italiaansdiminuire
Spaansamainar; decrecer; disminuir; menguar