Informatie over het woord losmaken (Nederlands → Esperanto: malligi)

Synoniemen: afbinden, losbinden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɔsmakə(n)/
Afbrekinglos·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak los(ik) maakte los
(jij) maakt los(jij) maakte los
(hij) maakt los(hij) maakte los
(wij) maken los(wij) maakten los
(jullie) maken los(jullie) maakten los
(gij) maakt los(gij) maaktet los
(zij) maken los(zij) maakten los
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) losmake(dat ik) losmaakte
(dat jij) losmake(dat jij) losmaakte
(dat hij) losmake(dat hij) losmaakte
(dat wij) losmaken(dat wij) losmaakten
(dat jullie) losmaken(dat jullie) losmaakten
(dat gij) losmaket(dat gij) losmaaktet
(dat zij) losmaken(dat zij) losmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak losmaakt los
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
losmakend, losmakende(hebben) losgemaakt

Vertalingen

Duitsentbinden
Engelsuntie; unfasten
Esperantomalligi
Faeröersloysa
Fransdétacher
Roemeensdezlega
Saterfriesloosmoakje