Informo pri la vorto laken (nederlanda → esperanto: mallaŭdi)

Sinonimoj: afkeuren, afkraken, berispen, gispen, wraken, kleineren

Vortspecoverbo
Prononco/ˈlakə(n)/
Dividola·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) laak(ik) laakte
(jij) laakt(jij) laakte
(hij) laakt(hij) laakte
(wij) laken(wij) laakten
(jullie) laken(jullie) laakten
(gij) laakt(gij) laaktet
(zij) laken(zij) laakten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) lake(dat ik) laakte
(dat jij) lake(dat jij) laakte
(dat hij) lake(dat hij) laakte
(dat wij) laken(dat wij) laakten
(dat jullie) laken(dat jullie) laakten
(dat gij) laket(dat gij) laaktet
(dat zij) laken(dat zij) laakten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
laaklaakt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
lakend, lakende(hebben) gelaakt

Tradukoj

anglacensure
danadadle
esperantomallaŭdi
germanazurechtweisen
hispanacensurar; desaprobar; reprender; reprobar
norvegadadle
saterlanda frizonatougjuchtewiese; touwiskje