Informatie over het woord verzaken (Nederlands → Esperanto: malkonfesi)

Synoniemen: ontkennen, verloochenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈzak(n)/
Afbrekingver·za·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verzaak(ik) verzaakte
(jij) verzaakt(jij) verzaakte
(hij) verzaakt(hij) verzaakte
(wij) verzaken(wij) verzaakten
(jullie) verzaken(jullie) verzaakten
(gij) verzaakt(gij) verzaaktet
(zij) verzaken(zij) verzaakten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verzake(dat ik) verzaakte
(dat jij) verzake(dat jij) verzaakte
(dat hij) verzake(dat hij) verzaakte
(dat wij) verzaken(dat wij) verzaakten
(dat jullie) verzaken(dat jullie) verzaakten
(dat gij) verzaket(dat gij) verzaaktet
(dat zij) verzaken(dat zij) verzaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verzaakverzaakt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verzakend, verzakende(hebben) verzaakt

Vertalingen

Duitsverleugnen
Engelsrenounce; abjure
Esperantomalkonfesi
Fransabjurer; faire abnégation de