Information about the word verloochenen (Dutch → Esperanto: malkonfesi)

Synonyms: ontkennen, verzaken

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈloxənə(n)/
Hyphenationver·looch·e·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verloochen(ik) verloochende
(jij) verloochent(jij) verloochende
(hij) verloochent(hij) verloochende
(wij) verloochenen(wij) verloochenden
(jullie) verloochenen(jullie) verloochenden
(gij) verloochent(gij) verloochendet
(zij) verloochenen(zij) verloochenden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verloochene(dat ik) verloochende
(dat jij) verloochene(dat jij) verloochende
(dat hij) verloochene(dat hij) verloochende
(dat wij) verloochenen(dat wij) verloochenden
(dat jullie) verloochenen(dat jullie) verloochenden
(dat gij) verloochenet(dat gij) verloochendet
(dat zij) verloochenen(dat zij) verloochenden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verloochenverloochent
Participles
Present participlePast participle
verloochenend, verloochenende(hebben) verloochend

Translations

Englishdisavow; renounce
Esperantomalkonfesi
Frenchabjurer; faire abnégation de
Germanverleugnen