Information du mot God (néerlandais → espéranto: Dio)

Synonyme: Heer

Parti du discoursnom propre
Prononciation/ɣɔt/
CésureGod
Genremasculin
GénitifGods

Exemples d’usage

Waarlijk, gij zijt Gods zoon!
En God zag altijd alles, groot en streng als een agent.
Reis morgen met God.
Dat deden ongeveer alle Algerijnen, zodat je kunt zeggen dat deze zelfbenoemde beulen van God zowat het hele land ter dood hadden veroordeeld.
Maakt dat een arme sloeber, die woont in een schamele hut met een lelijke vrouw, niet ontevreden, ja, zal hij niet zelfs aan Gods rechtvaardigheid gaan twijfelen?
God zij zijn ziel genadig.
En God zag, dat het goed was.
Ik heb gezondigd tegenover God en tegenover u.
We baseren ons op nauwkeurig onderzoek van Gods woord.

Traductions

afrikaansGod; Here
allemandGott
anglaisGod
anglais (vieil anglais)Dryhten; God
bas allemandGod
catalanDéu
danoisGud
espagnolDios
espérantoDio
finnoisJumala
françaisDieu
frison occidentalGod
frison saterlandGod
galloisDuw
grecΘεός
hongroisIsten
islandaisGuð
italienDio; Iddio
latinDeus
malaisAllah
norvégienGud
papiamentoDios; Djos
polonaisBóg
portugaisDeus
roumainDumnezeu
russeБог
souahéliMungu
srananGado; Masragado
suédoisGud
tagalogDiyós
tchèqueBůh
turcAllah; Tanrı
yidicheגאָט