Informatie over het woord losspringen (Nederlands → Esperanto: malfiksiĝi subite)

Synoniem: losschieten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɔsprɪŋə(n)/
Afbrekinglos·sprin·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) losspringt (hij) lossprong
(zij) losspringen (zij) lossprongen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) losspringe(dat hij) losspronge
(dat zij) losspringen(dat zij) lossprongen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
losspringend, losspringende(zijn) losgesprongen

Vertalingen

Esperantomalfiksiĝi subite