Informatie over het woord openbeuken (Nederlands → Esperanto: malfermi rame)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈopə(m)bøkə(n)/
Afbrekingopen·beu·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) beuk open(ik) beukte open
(jij) beukt open(jij) beukte open
(hij) beukt open(hij) beukte open
(wij) beuken open(wij) beukten open
(jullie) beuken open(jullie) beukten open
(gij) beukt open(gij) beuktet open
(zij) beuken open(zij) beukten open
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) openbeuke(dat ik) openbeukte
(dat jij) openbeuke(dat jij) openbeukte
(dat hij) openbeuke(dat hij) openbeukte
(dat wij) openbeuken(dat wij) openbeukten
(dat jullie) openbeuken(dat jullie) openbeukten
(dat gij) openbeuket(dat gij) openbeuktet
(dat zij) openbeuken(dat zij) openbeukten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beuk openbeukt open
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
openbeukend, openbeukende(hebben) opengebeukt

Vertalingen

Esperantomalfermi rame