Information about the word doorsmeren (Dutch → Esperanto: lubriki)

Synonyms: invetten, smeren

Part of speechverb
Pronunciation/ˈdorsmerə(n)/
Hyphenationdoor·sme·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) smeer door(ik) smeerde door
(jij) smeert door(jij) smeerde door
(hij) smeert door(hij) smeerde door
(wij) smeren door(wij) smeerden door
(jullie) smeren door(jullie) smeerden door
(gij) smeert door(gij) smeerdet door
(zij) smeren door(zij) smeerden door
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) doorsmere(dat ik) doorsmeerde
(dat jij) doorsmere(dat jij) doorsmeerde
(dat hij) doorsmere(dat hij) doorsmeerde
(dat wij) doorsmeren(dat wij) doorsmeerden
(dat jullie) doorsmeren(dat jullie) doorsmeerden
(dat gij) doorsmeret(dat gij) doorsmeerdet
(dat zij) doorsmeren(dat zij) doorsmeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
smeer doorsmeert door
Participles
Present participlePast participle
doorsmerend, doorsmerende(hebben) doorgesmeerd

Translations

Catalanlubricar; lubrificar
Englishlubricate
Esperantolubriki
Faeroesesmyrja
Spanishaceitar; engrasar; lubrificar