Informatie over het woord apliki

Woordsoortwerkwoord
Afbrekinga·plik·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdaplikas
Verleden tijdaplikis
Toekomende tijdaplikos
 
Voorwaardelijke wijs
aplikus
 
Gebiedende wijs
apliku

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdaplikantaaplikata
Verleden tijdaplikintaaplikita
Toekomende tijdaplikontaaplikota

Vertalingen

Afrikaanstoepas
Catalaansaplicar
Deensanvende
Duitsanwenden; verwenden; applizieren; verabreichen; auftragen; anbringen; auflegen
Engelsapply; practice
Faeröersnýta
Fransappliquer; pratiquer
Hongaarsapplikál
Italiaansapplicare
Nederlandsaanwenden; doorvoeren; in toepassing brengen; toepassen; treffen
Papiamentsadaptá; apliká
Portugeesaplicar; por em prática
Roemeensaplica
Saterfriesanweende; benutsje; bruuke; ferweende
Spaansaplicar; emplear
Tsjechischpoužít; upotřebit; užívat
Westerlauwers Friesbrûke