Informo pri la vorto liquideren (nederlanda → esperanto: likvidi)

Sinonimoj: afwikkelen, opheffen, solveren

Vortspecoverbo
Prononco/likʋiˈdeːrə(n)/
Dividoli·qui·de·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) liquideer(ik) liquideerde
(jij) liquideert(jij) liquideerde
(hij) liquideert(hij) liquideerde
(wij) liquideren(wij) liquideerden
(jullie) liquideren(jullie) liquideerden
(gij) liquideert(gij) liquideerdet
(zij) liquideren(zij) liquideerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) liquidere(dat ik) liquideerde
(dat jij) liquidere(dat jij) liquideerde
(dat hij) liquidere(dat hij) liquideerde
(dat wij) liquideren(dat wij) liquideerden
(dat jullie) liquideren(dat jullie) liquideerden
(dat gij) liquideret(dat gij) liquideerdet
(dat zij) liquideren(dat zij) liquideerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
liquideerliquideert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
liquiderend, liquiderende(hebben) geliquideerd

Tradukoj

anglaliquidate
ĉeĥalikvidovat
esperantolikvidi
francaliquider; supprimer
germanaabrechnen; liquidieren
hispanaliquidar
katalunaliquidar
okcidenta frizonaôfhannelje
portugalaajustar pagando; liquidar
saterlanda frizonaliquidierje; oureekenje