Informo pri la vorto wassen (nederlanda → esperanto: lesivi)

Sinonimoj: de was doen, logen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈʋɑsə(n)/
Dividowas·sen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) was(ik) waste, wies
(jij) wast(jij) waste, wies
(hij) wast(hij) waste, wies
(wij) wassen(wij) wasten, wiesen
(jullie) wassen(jullie) wasten, wiesen
(gij) wast(gij) wastet, wiest
(zij) wassen(zij) wasten, wiesen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) wasse(dat ik) waste, wiese
(dat jij) wasse(dat jij) waste, wiese
(dat hij) wasse(dat hij) waste, wiese
(dat wij) wassen(dat wij) wasten, wiesen
(dat jullie) wassen(dat jullie) wasten, wiesen
(dat gij) wasset(dat gij) wastet, wieset
(dat zij) wassen(dat zij) wasten, wiesen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
waswast
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
wassend, wassende(hebben) gewassen

Tradukoj

albanalaj
anglawash
angla (malnovangla)wascan
ĉeĥamýt; omývat; prát; umýt; umývat; vyprat
danavaske
esperantolesivi
germanaabbeuchen; waschen
hispanalavar
hungaratisz
italalavare
papiamentolaba
portugalalavar
rusaбучить
saterlanda frizonawaaske
surinamawasi
svedatvätta