Information about the word prijzen (Dutch → Esperanto: laŭdi)

Synonyms: lof toezwaaien, loven

Part of speechverb
Pronunciation/ˈprɛi̯zə(n)/
Hyphenationprij·zen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) prijs(ik) prees
(jij) prijst(jij) prees
(hij) prijst(hij) prees
(wij) prijzen(wij) prezen
(jullie) prijzen(jullie) prezen
(gij) prijst(gij) preest
(zij) prijzen(zij) prezen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) prijze(dat ik) preze
(dat jij) prijze(dat jij) preze
(dat hij) prijze(dat hij) preze
(dat wij) prijzen(dat wij) prezen
(dat jullie) prijzen(dat jullie) prezen
(dat gij) prijzet(dat gij) prezet
(dat zij) prijzen(dat zij) prezen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
prijsprijst
Participles
Present participlePast participle
prijzend, prijzende(hebben) geprezen

Usage samples

„U spreekt woorden van wijsheid”, prees de oude.
En terwijl de trekkers de grijsaard om zijn rechtvaardigheid prezen, volgde de moeder wenend de stoet.
„Een mooi gebouw”, sprak ze prijzend.
Hij prijst het dat ge, te midden van uw drukke werkzaamheden, de tijd hebt kunnen vinden het nederige Billeknijp te bezoeken, zo ver gelegen in het oosten des lands, enzovoort enzovoort.

Translations

Afrikaansloof
Catalanelogiar; lloar
Czechchválit; velebit; vychvalovat
Danishrose
Englishcommend; laud; praise
Esperantolaŭdi
Faeroeserósa
Finnishylistää
Germanloben; preisen; anpreisen
Greek (Old Greek)αἰνέω
Italianlodare
Latinlaudare
Papiamentoalabá; gaba
Polishchwalić
Portugueseelogiar; gabar; louvar
Saterland Frisiananpriesje; beproalje; loowje; priesje; reeme; röime; ruumje
Scottish Gaelicmol
Spanishalabar; elogiar
Swedishberömma; lova; prisa
Thaiชม
West Frisianpriizgje