Informo pri la vorto laten (nederlanda → esperanto: lasi)

Sinonimoj: laten begaan, laten schieten, loslaten

Vortspecoverbo
Prononco/ˈlatə(n)/
Dividola·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) laat(ik) liet
(jij) laat(jij) liet
(hij) laat(hij) liet
(wij) laten(wij) lieten
(jullie) laten(jullie) lieten
(gij) laat(gij) liet
(zij) laten(zij) lieten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) late(dat ik) liete
(dat jij) late(dat jij) liete
(dat hij) late(dat hij) liete
(dat wij) laten(dat wij) lieten
(dat jullie) laten(dat jullie) lieten
(dat gij) latet(dat gij) lietet
(dat zij) laten(dat zij) lieten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
laatlaat
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
latend, latende(hebben) gelaten

Uzekzemploj

Wij laten u in dat gevaar natuurlijk niet alleen.
De ruiters hadden de twee slaven al spoedig ver achter zich gelaten.

Tradukoj

afrikansotoelaat
anglaallow; leave; let
angla (malnovangla)lætan
danaløslade
esperantolasi
feroalata; sleppa; sleppa undan
finnajättää
francalaisser
germanalassen; überlassen; unterlassen; zurücklassen; belassen
hispanadejar
italalasciare
katalunadeixar
norvegaforlate
okcidenta frizonalitte; let
papiamentolaga
platgermanalåten
polapuścić; zostawić
portugaladeixar; largar; permitir
rumanada voie; lăsa
rusaпускать; пустить
saterlanda frizonaläite; nit dwo
tajaให้