Informatie over het woord host (Engels → Esperanto: gastigi)

Synoniemen: accommodate, entertain, put up

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/həʊ̯̯st/
Afbrekinghost
Shaw‐alfabet𐑣𐑴𐑕𐑑

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) host(I) hosted
(thou) hostest(thou) hostedst
(he) hosts, hosteth(he) hosted
(we) host(we) hosted
(you) host(you) hosted
(they) host(they) hosted
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) host (I) hosted
(thou) host(thou) hosted
(he) host(he) hosted
(we) host(we) hosted
(you) host(you) hosted
(they) host(they) hosted
Gebiedende wijs
host
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
hostinghosted

Voorbeelden van gebruik

But Luxemburg leader Xavier Bettel chastised Mr. Johnson, who he was hosting on a visit to the country, after he missed a press conference.

Vertalingen

Duitsbeherbergen; bewirten; Unterkunft gewähren; als Gast aufnehmen
Esperantogastigi
Fransabriter
Nederlandsgastvrijheid verlenen aan; logeren
Portugeeshospedar
Saterfriesbehärbiergje; gastierje
Spaansalojar; hospedar
Turksağırlamak