Information about the word vastnaaien (Dutch → Esperanto: alkudri)

Synonyms: aannaaien, aanzetten

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvɑstnaːjə(n)/
Hyphenationvast·naai·en

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) naai vast(ik) naaide vast
(jij) naait vast(jij) naaide vast
(hij) naait vast(hij) naaide vast
(wij) naaien vast(wij) naaiden vast
(jullie) naaien vast(jullie) naaiden vast
(gij) naait vast(gij) naaidet vast
(zij) naaien vast(zij) naaiden vast
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vastnaaie(dat ik) vastnaaide
(dat jij) vastnaaie(dat jij) vastnaaide
(dat hij) vastnaaie(dat hij) vastnaaide
(dat wij) vastnaaien(dat wij) vastnaaiden
(dat jullie) vastnaaien(dat jullie) vastnaaiden
(dat gij) vastnaaiet(dat gij) vastnaaidet
(dat zij) vastnaaien(dat zij) vastnaaiden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
naai vastnaait vast
Participles
Present participlePast participle
vastnaaiend, vastnaaiende(hebben) vastgenaaid

Translations

Englishsew
Esperantoalkudri
Germanheften; annähen
Saterland Frisianansäie; hächtje; häftje
Spanishpegar