Informatie over het woord aanklampen (Nederlands → Esperanto: alkroĉiĝi al)

Synoniem: zich vastklampen aan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈaŋklɑmpə(n)/
Afbrekingaan·klam·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) klamp aan(ik) klampte aan
(jij) klampt aan(jij) klampte aan
(hij) klampt aan(hij) klampte aan
(wij) klampen aan(wij) klampten aan
(jullie) klampen aan(jullie) klampten aan
(gij) klampt aan(gij) klamptet aan
(zij) klampen aan(zij) klampten aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aanklampe(dat ik) aanklampte
(dat jij) aanklampe(dat jij) aanklampte
(dat hij) aanklampe(dat hij) aanklampte
(dat wij) aanklampen(dat wij) aanklampten
(dat jullie) aanklampen(dat jullie) aanklampten
(dat gij) aanklampet(dat gij) aanklamptet
(dat zij) aanklampen(dat zij) aanklampten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
klamp aanklampt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aanklampend, aanklampende(hebben) aangeklampt

Vertalingen

Duitssich hängen an
Engelsboard
Esperantoalkroĉiĝi al; kroĉiĝi al