Informatie over het woord uitrazen (Nederlands → Esperanto: kvietiĝi)

Synoniemen: bedaren, bekoelen, kalmeren, luwen, tot rust komen, uitwoeden, verstillen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) raas uit(ik) raasde uit
(jij) raast uit(jij) raasde uit
(hij) raast uit(hij) raasde uit
(wij) razen uit(wij) raasden uit
(jullie) razen uit(jullie) raasden uit
(gij) raast uit(gij) raasdet uit
(zij) razen uit(zij) raasden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitraze(dat ik) uitraasde
(dat jij) uitraze(dat jij) uitraasde
(dat hij) uitraze(dat hij) uitraasde
(dat wij) uitrazen(dat wij) uitraasden
(dat jullie) uitrazen(dat jullie) uitraasden
(dat gij) uitrazet(dat gij) uitraasdet
(dat zij) uitrazen(dat zij) uitraasden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
raas uitraast uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitrazend, uitrazende(zijn) uitgeraasd

Vertalingen

Duitssich beruhigen; sich besänftigen; sich legen; nachlassen
Engelssubside; quiet down; quiet; quieten
Esperantokvietiĝi
Grieksκαταργούμαι; κοπάζω; μειώνομαι
Spaanscalmarse; sosegarse