Informatie over het woord furnish (Engels → Esperanto: garni)

Synoniemen: accoutre, bedeck, deck, decorate, embellish, fit out, garnish, trim

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) furnish(I) furnished
(thou) furnishest(thou) furnishedst
(he) furnishes, furnisheth(he) furnished
(we) furnish(we) furnished
(you) furnish(you) furnished
(they) furnish(they) furnished
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) furnish (I) furnished
(thou) furnish(thou) furnished
(he) furnish(he) furnished
(we) furnish(we) furnished
(you) furnish(you) furnished
(they) furnish(they) furnished
Gebiedende wijs
furnish
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
furnishingfurnished

Vertalingen

Catalaansadornar; guarnir
Duitsbesetzen; einfassen; garnieren; verzieren; schmücken; ausschmücken; zieren
Esperantogarni; garnituri
Faeröerspynta
Fransgarnir
Nederlandsstofferen
Portugeesguarnecer; rechear; revestir
Roemeensgarnisi; orna
Saterfriesbesätte; fersierje; garnierje; ienfoatje
Spaansguarnecer
Tsjechischozdobit