Informasie oor die woord acclimatiseren (Nederlands → Esperanto: alklimatiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑklimatiˈzeːrə(n)/
Afbrekingac·cli·ma·ti·se·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) acclimatiseer(ik) acclimatiseerde
(jij) acclimatiseert(jij) acclimatiseerde
(hij) acclimatiseert(hij) acclimatiseerde
(wij) acclimatiseren(wij) acclimatiseerden
(jullie) acclimatiseren(jullie) acclimatiseerden
(gij) acclimatiseert(gij) acclimatiseerdet
(zij) acclimatiseren(zij) acclimatiseerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) acclimatisere(dat ik) acclimatiseerde
(dat jij) acclimatisere(dat jij) acclimatiseerde
(dat hij) acclimatisere(dat hij) acclimatiseerde
(dat wij) acclimatiseren(dat wij) acclimatiseerden
(dat jullie) acclimatiseren(dat jullie) acclimatiseerden
(dat gij) acclimatiseret(dat gij) acclimatiseerdet
(dat zij) acclimatiseren(dat zij) acclimatiseerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
acclimatiseeracclimatiseert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
acclimatiserend, acclimatiserende(zijn) geacclimatiseerd

Vertalinge

Duitssich akklimatisieren
Engelsacclimate; acclimatize
Esperantoalklimatiĝi; aklimatiziĝi
Franss’acclimater
Spaansaclimatar
Wes‐Friesbewaarje