Informatie over het woord krommen (Nederlands → Esperanto: kurbigi)

Synoniemen: buigen, krombuigen, verbuigen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkrɔmə(n)/
Afbrekingkrom·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) krom(ik) kromde
(jij) kromt(jij) kromde
(hij) kromt(hij) kromde
(wij) krommen(wij) kromden
(jullie) krommen(jullie) kromden
(gij) kromt(gij) kromdet
(zij) krommen(zij) kromden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kromme(dat ik) kromde
(dat jij) kromme(dat jij) kromde
(dat hij) kromme(dat hij) kromde
(dat wij) krommen(dat wij) kromden
(dat jullie) krommen(dat jullie) kromden
(dat gij) krommet(dat gij) kromdet
(dat zij) krommen(dat zij) kromden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kromkromt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
krommend, krommende(hebben) gekromd

Vertalingen

Deensbøje
Duitsbiegen; krümmen
Engelsbend; curve
Esperantokurbigi
Franscourber
Portugeesarquar; curvar
Saterfriesbeegje
Spaanscurvar; doblar
Tsjechischohnout; ohýbat