Informatie over het woord antaŭjuĝo

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingan·taŭ·juĝ·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefantaŭjuĝoantaŭjuĝoj
Accusatiefantaŭjuĝonantaŭjuĝojn

Vertalingen

Catalaansprejuici
Deensfordom
DuitsVorurteil
Engelsbias; prejudice
Fransparti‐pris; préjugé
Italiaanspregiudizio
Nederduitsvöäroordeyl
Nederlandsprejudicie; prejugé; vooringenomenheid; vooroordeel; vooropgezette mening
Papiamentsprehuisio
Portugeespreconceito; prejuízo
SaterfriesFoaruurdeel
Spaansprejuicio
Tsjechischpředsudek
Zweedsfördom