Synoniem: meevechten
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ˈmestrɛi̯də(n)/ |
Afbreking | mee·strij·den |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) strijd mee | (ik) streed mee |
(jij) strijdt mee | (jij) streed mee |
(hij) strijdt mee | (hij) streed mee |
(wij) strijden mee | (wij) streden mee |
(jullie) strijden mee | (jullie) streden mee |
(gij) strijdt mee | (gij) streedt mee |
(zij) strijden mee | (zij) streden mee |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) meestrijde | (dat ik) meestrede |
(dat jij) meestrijde | (dat jij) meestrede |
(dat hij) meestrijde | (dat hij) meestrede |
(dat wij) meestrijden | (dat wij) meestreden |
(dat jullie) meestrijden | (dat jullie) meestreden |
(dat gij) meestrijdet | (dat gij) meestredet |
(dat zij) meestrijden | (dat zij) meestreden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
strijd mee | strijdt mee |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
meestrijdend, meestrijdende | (hebben) meegestreden |
Esperanto | kunbatali |
---|