Informo pri la vorto gekrijs (nederlanda → esperanto: kriegado)

Sinonimoj: gebrul, misbáár, gegil, gillen

Vortspecosubstantivo
Prononco/ɣəˈkrɛi̯s/
Dividoge·krijs
Genroneŭtra

Uzekzemploj

Binnenskamers was mevrouw Kug weer tot zichzelf gekomen, zoals bleek uit een schel gekrijs en stukken meubilair die naar buiten vlogen.
Achter zich hoorde ze een schel gekrijs, maar dat was het enige geluid.

Tradukoj

anglahowling; shouting
esperantokriegado