Informatie over het woord piki

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingpik·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdpikas
Verleden tijdpikis
Toekomende tijdpikos
 
Voorwaardelijke wijs
pikus
 
Gebiedende wijs
piku

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdpikantapikata
Verleden tijdpikintapikita
Toekomende tijdpikontapikota

Voorbeelden van gebruik

Nur virino tiamaniere pikus iun.

Vertalingen

Afrikaanssteek
Albaneesthumboj
Catalaanspicar; punxar
Deensstikke
Duitsstacheln; stechen; sticheln
Engelsjab; pick; pierce; pique; prick; puncture; stab; stick; sting; poke; goad; prickle
Faeröersprika
Finspistää
Franspiquer
Italiaanspungere
Jiddischשטעכן
Latijnpungere
Luxemburgsstiechen
Maleismenusuk; tikam; tusuk
Nederlandsporren; pikken; priemen; prikken; steken
Noorsstikke
Portugeesaferroar; picar
Russischкольнуть
Saterfriesprikje; steete; stichelje; stikje; stöäkelje
Spaanspicar; pinchar; punzar
Sranandyuku
Westerlauwers Friesstekke
Zweedssticka